Dit boek is een lofzang op de bijdrage van vrouwen aan het boeddhisme. Het toont het belang dat zij hebben gehad bij de ontwikkeling van deze religie. Tevens geeft het een beeld van de invloed die het boeddhisme heeft op hun leven, prestaties, werk en meditaties. Hoewel in de religieuze hiërarchie vrouwen vaak de tweede plaats toebedeeld krijgen – het boeddhisme vormt hierop niet altijd een uitzondering – is hun rol en invloed door de eeuwen heen groot geweest.
De Boeddha leerde dat vrouwen even capabel zijn als mannen om verlichting te bereiken. Vanaf het prille begin is hun spirituele vermogen geaccepteerd en werden zij beschouwd als begaafde en eerbiedwaardige leraren. Dit boek verschaft inzicht in vrouwen die de Boeddha gedurende zijn leven volgden, maar biedt ook hedendaagse verhalen en interviews met vrouwen die nu volgens zijn lessen leven. Daarnaast is er aandacht voor vrouwelijke goden in al hun traditionele en symbolische betekenissen.