We schrijven 1950. In een klein stadje in Cape Cod bekruipt Peggy Cort – zesentwintig, bibliothecaresse en klein van stuk – het gevoel dat leven en liefde aan haar voorbijgaan. Tot op een dag een slungel van elf – James Carlson Sweatt, met zijn bijna een meter negentig een plaatselijke bezienswaardigheid – haar bibliotheek binnenstapt en haar leven definitief een andere wending geeft.
De paden van deze twee ‘misfits’ kruisen elkaar bij de uitleenbalie, en hoewel een vriendschap niet bepaald voor de hand ligt, vatten de bibliothecaresse en ‘de reus’ een genegenheid voor elkaar op die volkomen invoelbaar is. De naar erkenning hunkerende en tot misantropie geneigde Peggy vindt in de leergierige James eindelijk iemand met een veelzijdige belangstelling aan wie ze al haar kennis kwijt kan.
Elizabeth McCracken beschikt over een scherp oog voor detail en een fijn afgestemd oor voor de taal, die ze met poëtische precisie naar haar hand zet, terwijl ze met haar wrange, laconieke literaire stijl het onwaarschijnlijke volstrekt geloofwaardig maakt.
Het huis van de reus is een onvergetelijk, gevoelig en eigenzinnig boek over het aanvaarden van het onverwachte wonder en over de bewuste keuze voor de liefde in een wereld die geen beloften en geen garanties biedt.